Marineschepen.nl
 
   
 

De FRISC is er nog lang niet

Bookmark and Share
Bericht geplaatst: 10-07-2012

De Fast Raiding Interception & Special Forces Craft (FRISC) zijn onderdeel van een uitgekiend instrumentarium binnen het nieuwe marineconcept. Deze nieuwe snelle power boats die de mariniers aan het uitproberen zijn, moeten hun waarde in de operationele praktijk nog gaan bewijzen. Voorlopig wordt er nog volop gesleuteld aan de boten voor verschillende specifieke omstandigheden.

Als we de berichten in diverse media moeten geloven, lijken de FRISC's echter ver onder de maat te presteren en bij het minste of geringste uit elkaar te vallen. Maar hoe zit dat nu echt?


Mislukt of niet?
De ontwikkeling en ingebruikname van nieuw materieel is doorgaans een relatief lang traject met veel vallen en opstaan. Consumentenartikelen die 'van de plank' worden gekocht laten onmiddellijk na aankoop hun zegenende eigenschappen gelden. Cynici wekken de indruk dat Defensie structureel de plank mis slaat als het gaat om nieuw materieel. De realiteit is echter dat de Nederlandse krijgsmacht zorgvuldig aan de slag gaat met innovatieve concepten. De bezuinigingen mogen immers niet ten koste gaan van de veiligheid van het personeel en de effectiviteit van de inzet.



Acht FRISC's zijn sinds juni 2012 in gebruik, maar het leren en verbeteren is nog niet ten einde. De tests zijn al langer geleden begonnen en in oktober 2011 ontstond naar aanleiding van een artikel in de Telegraaf nog ophef in de Tweede Kamer over de vermeende kwaliteit van de boten. Een Britse expert had in een brief aan de Telegraaf namelijk geschreven dat de boten totaal niet geschikt zouden zijn voor militaire doeleinden. En dat voor twintig miljoen Euro. Dat de marine inderdaad civiele versies aan het testen was, om de verbeterpunten helder te krijgen, was men bij de Telegraaf en in de Tweede Kamer even ontgaan.
Begin juli verscheen in het Reformatorisch Dagblad een artikel over de problematische lengte van de boten. De FRISC's zouden te kort zijn en de schroefaandrijving zou vervangen moeten worden door jetaandrijving. Dat kan allemaal wel kloppen, maar is daarmee het project mislukt? Of misschien is dit nu eenmaal onderdeel van het traject waar de boten nu in zitten?

FRISC
Een FRISC met special forces van het Korps Mariniers aan boord. (Foto: Defensie)

Allemaal uniek
FRISC is eigenlijk een verzamelnaam. De FRISC's die de Koninklijke Marine aan het testen is, zijn stuk voor stuk met de hand gemaakte boten. Dat lijkt raar in een wereld waarin we serieproductie gewend zijn en machines steeds meer het werk van mensen overnemen. Maar wat voor de leek gewoon een snelle speedboat lijkt, is in feite een werktuig waarmee onder zeer uiteenlopende omstandigheden heel diverse taken moeten kunnen worden uitgevoerd. En iedere taak stelt z'n eigen specifieke eisen aan het materieel en aan de vaardigheden van de militairen die de taken uitvoeren.



Wat moeten ze kunnen?
Wat de FRISC moet kunnen, lijkt voor de hand te liggen: hard varen op open zee, extreem wendbaar manoeuvreren, en probleemloos het strand op stuiven om tot de tanden gewapende mariniers gillend voorwaarts het land op te projecteren. Maar dit is slechts een romantisch beeld dat veel mensen hebben. De taken voor de FRISC's zijn zo uiteenlopend, dat er verschillende versies zijn die voor iedere missie of opdracht nog aangepast kunnen worden. Voor een wilde achtervolging van drugsrunners ga je nu eenmaal anders te werk dan bij het heimelijk afzetten en weer ophalen van maritieme special forces. Het boarden van een schip werkt heel anders dan het landen op een kust. En de ene landingsplaats aan de kust is de andere niet. Niet alle taken kunnen met hetzelfde gereedschap worden uitgevoerd.

De 48 bestelde FRISC's zijn bruikbaar bij het bestrijden van terroristische activiteiten en anti-drugsoperaties op zee. De snelle vaartuigen zijn voor dergelijke opdrachten inzetbaar vanaf de 4 nieuwe patrouillevaartuigen van de Hollandklasse of in combinatie met het ondersteuningsschip Hr. Ms. Pelikaan in het Caribisch gebied. De FRISC is tevens bedoeld voor de mariniers om er wereldwijd specialistische amfibische operaties mee uit te voeren. Vanwege de goede zeewaardigheid, de hoge topsnelheid en een grote actieradius is de FRISC bovendien over langere afstanden inzetbaar. De FRISC's hebben twee bemanningsleden en bij troepentransport kunnen er maximaal 8 passagiers mee.

De FRISC's in de West zijn het kleinst: 9,6 meter. De andere zijn 12 meter lang.



Nieuw gereedschap
Bootjes die uit elkaar rammelen, schroeven die afbreken bij amfibische operaties, scheurende drijvers… daar zit niemand op te wachten. Tenzij je echt wilt weten waar precies de grenzen liggen van de mogelijkheden en de beperkingen van het materieel. Kennis van het gereedschap waarmee je werkt is voor iedere vakman essentieel. Voordat nieuw gereedschap lekker werkt, moet je er doorgaans eerst flink wat ervaring mee opdoen.

En dat is precies wat de mariniers tijdens de tests doen. Mariniers staan er om bekend dat ze alles in no time weten te slopen. Ook dat is een karikaturaal beeld. Mariniers zijn vaak extreem zuinig op 'hun' spullen, juist omdat ze weten dat hun leven er van af kan hangen. Nieuwe spullen uit testen kun je dan ook gerust aan mariniers overlaten, omdat je weet dat zij met maximale inventiviteit feilloos de grenzen van het haalbare op zullen zoeken. Zij zullen ieder nieuw product tot op het bot fileren en genadeloos de zwakke plekken identificeren. Dat is een essentiële kwaliteit waardoor zij aan elkaar en aan anderen kennis doorgeven die absoluut cruciaal is om in de bizarre praktijk van hun uitzonderlijke beroep optimaal te kunnen functioneren.

Mogelijkheden leren kennen
De FRISC is waarschijnlijk pas 'af' wanneer deze boten na tientallen jaren inzet worden verruild voor weer een nieuw concept. Op dit moment weten we nog niet half wat de FRISC's kunnen, of wat de marine er precies mee wil. Dat ze als 'wapen' aan boord van de nieuwe patrouillevaartuigen zullen worden ingezet, lijkt een logische keuze. Dat ze met een topsnelheid van ruim 40 knopen (zo'n 70 km/u) veel harder kunnen varen dan een LCF, zou best eens tactische voordelen kunnen hebben. Marines in de ons omringende landen kijken dan ook met grote belangstelling naar wat de Nederlandse nu weer voor nieuws aan het uitproberen zijn. Laat onze mariniers daarom vooral doen waar ze goed in zijn. Laat ze de grenzen van het haalbare verkennen om het onvoorstelbare tot nieuwe routines te maken.



Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001




Dossiers
Marine in cijfers
Anti-piraterij Somalië
Analyse Venezuela

Gerelateerde artikelen
Hollandklasse
De Zevenprovinciënklasse
Hr.Ms. Pelikaan
Materieel van het Korps